Consuminderen of duurzame innovatie: wat gaat ons redden?
- Roy Meuldijk

- Jan 18, 2022
- 4 min read
Updated: Jan 19, 2022
De discussie binnen de duurzaamheidsbubbel gaat vaak over de manier waarop we komen tot een duurzame maatschappij. Moeten we consuminderen of ons uit de crisis innoveren? Natuurlijk is het niet het een of het ander, maar nu de situatie steeds nijpender wordt moeten we kiezen waar we ons op focussen. Ook al ben ik geen techno-optimist (=klimaatverandering lossen we op met techniek), er zit misschien meer heil in inzetten op innovatie dan op het individu dat duurzamer leeft.
De discussie tussen consuminderen en eco-innovatie leeft al decennia en zien we bijvoorbeeld terugkomen in het duurzamer transport vraagstuk. Moeten we de auto laten staan en meer inzetten op fietsen of openbaar vervoer? Of is het door in te zetten op emissievrije alternatieven zoals de elektrische auto?
Hoezeer ik ook voorstander ben van consuminderen en sterk mijn vraagtekens heb bij ons neoliberale kapitalistische systeem, inzetten op massaal consuminderen en inleveren op 'comfort' gaat ons niet redden. De mens heeft zich altijd gericht op het voorkomen van pijn en het zoeken van genot. We willen het zo comfortabel en prettig mogelijk maken voor onszelf en onze naasten. Deze neiging onderdruk je niet zomaar.
Inleveren op comfort ten bate van anderen
Bijna alles wat we doen en laten in het rijke Nederland is vervuilend. Onze 'normale' levensstijl is onbewust erg vervuilend. Het kost veel moeite en vaak extra geld om duurzamer te handelen. Dit terwijl wij in Nederland op dit moment nog relatief weinig zijn blootgesteld aan de gevolgen van klimaatverandering. Dat betekent dat mensen het idee hebben de extra moeite en kosten vooral te leveren voor anderen. Om het leed te verzachten voor mensen aan de andere kant van de wereld of toekomstige generaties.
Aan het gebrek aan kennis ligt het niet. De kennis van het gevaar van klimaatverandering is allang bekend bij de meerderheid van de Nederlanders. 75% van hen maakt zich hier ook zorgen over. Toch maken zij niet massaal duurzamere keuzes. We weten allemaal dat vlees eten slecht is voor het klimaat, maar de vleesconsumptie is op het afgelopen jaar na het afgelopen decennium gestegen. Corona heeft ons gedwongen te genieten van een vakantie dichter bij huis, maar wanneer het weer kan pak ook ik weer het vliegtuig. Het is blijkbaar lastig om in te leveren op comfort en dingen te laten die we als 'normaal' ervaren om zo duurzamer te leven.
Voorkeur voor het de korte termijn
De vraag is dus of we ons voldoende kunnen identificeren met medemensen aan de andere kant van de wereld om zo te besluiten onze auto de deur uit te doen. Kunnen we uit solidariteit met toekomstige generaties die nog niet geboren zijn afzien van een vliegvakantie? Blijkbaar niet. Dat we dit moeilijk vinden komt onder andere door de empathy bias. Dit houdt in dat we ons moeilijker in kunnen leven in mensen die verder weg van ons staan.
Daarnaast hebben wij mensen een voorkeur voor korte termijn consequenties met een hoge waarschijnlijkheid. Daarom is die chocoladereep nu aantrekkelijker dan gezondheid op de lange termijn. De smaaksensatie hebben we nu en je kan altijd nog morgen onder een bus belanden. Vaak zijn de positieve consequenties van ons schadelijke gedrag tastbaar, waarschijnlijk en direct (vakantie, hamburger, goedkopere auto). De negatieve consequenties van het schadelijke gedrag raken onszelf minder, pas in de toekomst en voelen minder waarschijnlijk. Kortom, we voelen de urgentie niet en als we geen urgentie voelen komen we niet in beweging.
Grote vervuilers veranderen het laatst
Nu wil het zo zijn dat een van de factoren van invloed op de uitstoot van mensen het inkomen is. Een hoger inkomen leidt tot een hogere uitstoot van broeikasgassen, door grotere huizen, meer vliegvakanties en vervuilende auto's. Daarnaast is het de realiteit dat de grootste vervuilers (vermogende mensen) het gevoel van urgentie nog lang niet zullen voelen, zij kunnen deze vermijden. Zij zullen pas als laatste geraakt worden door de gevolgen van klimaatverandering.
Voorbeelden hiervan hebben we gezien met eerdere natuurrampen. Toen orkaan Sandy New York trof in 2012 zaten miljoenen zonder elektriciteit en toegang tot gezondheidszorg. Het hoofdkantoor van Goldman Sachs daarentegen was beschermd door duizenden eigen zandzakken en draaide op elektriciteit van zijn eigen generator. Ook in Nederland zullen de rijken hooggelegen grond kopen en hun huis uitrusten met goede airco's. Het komt erop neer dat de grootste vervuilers pas als laatste de urgentie van klimaatverandering gaan voelen. Zij zullen dan pas hun vervuilende levensstijl aanpassen. Dit zal zeer waarschijnlijk veelste laat zijn.

Afbeelding uit het boek 'Nu het nog kan' van Extinction Rebellion
Wie dan wel?
Wachten tot een meerderheid van individuen duurzamere keuzes maakt en afdwingt van bedrijven duurt te lang. We hebben nog enkele jaren tot we significante tippingpoints passeren en daarmee de controle over klimaatverandering verliezen. Zoals het boek 'Een beter milieu begint niet bij jezelf' van Jaap Tielbeke beschrijft is het de rol van de overheid om het voortouw te nemen. Zij moeten duurzame keuzes aantrekkelijker of verplicht maken en vervuilende keuzes ontmoedigen of verbieden. Oftewel, de keuze niet bij het individu leggen, maar het systeem veranderen. Dat betekent dat de overheid vol in moet zetten op innovatie en opschalen. Zo kunnen niet alleen alle Nederlanders mee, maar uiteindelijk ook de rest van de wereldbevolking.
Rampen hebben we op deze manier eerder kunnen voorkomen. Zo was er in de jaren 70 de voorspelling van de club van Rome dat er door de groeiende wereldbevolking en welvaart ernstige voedseltekorten zouden komen. Dit is uiteindelijk voorkomen, niet doordat mensen minder gingen eten, maar door schaalvergroting en innovatie in de landbouw. We voeden nu meer monden dan ooit.
We wachten al lang op een grote paradigma-verschuiving, maar het is 2022 en als ik om me heen kijk ervaar ik weinig urgentie. Mensen blijven hun 'normale' leven leiden. Dit is waarom de film 'Don't look up' bij sommigen een gevoelige snaar raakte. Wanneer de wereld in existentieel gevaar verkeert geeft het grote publiek niet thuis. Het alternatief is dus vertrouwen op innovatieve bedrijven om de wereld te redden.. Helaas eindigde dat ook niet geweldig in de film..



veelzeggend dat plaatje over de volgorde van slachtoffers van klimaatontwrichting. Interessant artikel
Weer mooi stuk geschreven Roy